Bijna elke dag schaaf ik nog wat bij aan m'n NaNoWriNo-roman maar soms ben ik't even zat en schrijf ik iets geheel anders. Anders zelfs dan de korte (romantische) schrijfsels die ik doorgaans hier op vrijdags publiceer. Woensdag schreef ik bijvoorbeeld:
===
Sommigen zouden hem een moordenaar noemen maar hij zag dat anders. Hij noemde zichzelf liever een oplossing. Van jongsaf aan gehoorzaamde hij aan De Hoge Heren. Hij was hen tenslotte veel dank verschuldigd omdat zij ooit een klein onooglijk mannetje van straat hadden geplukt. Zij hadden hem in bad gedaan, te eten gegeven en vervolgens zijn opleiding betaald. Henzelf zag hij nooit. Alles ging via tussenpersonen. Zelfs De Meester wist niet wie er schuilging achter de organisatie. Het was zelfs niet duidelijk hoeveel het er waren maar dat het er meer dan één moest zijn wist hij eigenlijk wel zeker. Want hoe kon één enkele persoon alle bekende werelden besturen?
Hij vond het jammer dat hij De Meester moest ombrengen. Maar zo hoorde dat. En anders zou hij zijn examen niet halen. Hij keek wel even vreemd op toen hij het lijk aan zijn voeten zag liggen en achter zich een bekende stem hoorde. 'Bravo!' riep de meester vanuit de deuropening van de speelkamer. 'Ik wist wel dat't je zou lukken!' Hij had wel eens geruchten gehoord over nieuwe kloontechnieken. Natuurlijk, wie niet? Maar dat men al zo ver was had hij niet voor mogelijk gehouden. Achteraf gezien wel logisch want zodra je een gerucht hoorde wist je eigenlijk al dat De Hoge Heren ervoor hadden gezorgd dat't waar was. Zo kregen zij de bevolking wel onder contrôle. En met de hulp van hem natuurlijk; hun oplossing.
Tevreden na weer een nuttige werkdag begroef hij zijn hoofd in het kussen. Het kussen dat nog naar haar rook. Het was best wel jammer want zij was best een leuk meisje. Maar als De Hoge Heren jou vertellen dat zij gevaarlijk is en dus 'opgelost' moet worden, dan twijfel je niet. Twijfel is dodelijk, werd je al vroeg geleerd. Twijfel zal altijd staan tussen jou en De Hoogste Eer. Op een dag zou hij zelf een Leerling hebben. Hij zou zichzelf dan Meester mogen noemen en een naam krijgen. Wat was hij trots toen hij zichzelf Leerling mocht noemen! En niemand die het wist. Behalve dan De Meester en De Hoge Heren. En hij zelf natuurlijk.
Hij voelde zich groots en bevoorrecht. Voorbestemd om grootse daden te verrichten.
'Hoe heet je?' had ze hem gevraagd. 'Noem mij maar een leerling van de school des levens', had hij geantwoord. En hij lachte om zijn eigen gevatte antwoord. Van binnen harder dan van buiten.
oOOo----//{´°`(_)´°`}\\----oOOo
16 minuten geleden