Zo vreselijk was zijn leven niet. Hij had een goede baan waarmee hij een behoorlijk inkomen verdiende. Zijn vrouw runde een webshop via welke zij haar zelfgemaakte dingetjes verkocht en twee keer in de week kwam een oudere Francaise helpen met het huishouden.
De kinderen woonden en studeerden in een andere stad en het was prima zo. Wel jammer dat zijn vrouw zo lelijk was.
De jaren en haar voorliefde voor chocola hadden hun tol geëist en zij was al lang niet meer de slanke den op wie hij ooit verliefd was geraakt. Soms fantaseerde hij dat zij haar jas van vet zou uittrekken om te ontpoppen tot een echtgenote die hij weer met één arm kon omvatten. Een prachtige vlinder in plaats van een lelijke rups.
Peinzend draaide hij de auto de garage in, vroeg zich af wat zij zouden eten, liep om naar de voordeur en duwde die open. Hij zag zijn vrouw niet en was verbaasd.
Tot hij een enthousiaste stem hoorde zeggen: 'En schat, wat vind je ervan?' De vraag trok zijn blik omhoog. Waar zijn vrouw vlak onder het plafond naar hem lonkte met haar verse blauwe vleugels.
‘De camino van Sophie Yellow’ – Maria Koskamp
2 uur geleden