Het enige geluid dat hij hoorde deed eigenlijk niets anders dan het benadrukken van de stilte die als antwoord diende op zijn onuitgesproken vraag.
De langzaam ontwakende zon hulde het voorbijglijdende landschap in de kleurenpracht die je anders alleen maar ziet in artistiek bedoelde Science Fiction films. De sfeer in de auto werd uitgedrukt in een delicate balans tussen serene rust en onuitgesproken spanningen.
Zij zat op de passagiersstoel en hij op de achterbank. Die nacht hadden ze prettig samengewerkt en ongemerkt was hij wel een beetje verkikkerd op haar geraakt.
Hij boog wat voorover en legde een hand op haar schouder. Als om wat te zeggen.
Uiterlijk onbewogen liet zij dat even toe.
Vervolgens raakte zij zijn hand aan met de hare. Eerst met slechts de vingertoppen en daarna pas met enige druk, uitgaande van de handpalm. De bedoeling was duidelijk: zijn hand kon en mocht daar niet blijven.
Met het terugtrekken van zijn hand slikte hij ook de niet-uitgesproken woorden in. Die waren niet meer nodig want in wezen was alles nu al gezegd.