Zij was het type vrouw dat een half-vol bierblikje als asbak gebruikt.
Als zij een lichtstraal was die willekeurig over de boekenkast scheen zou ze blijven hangen bij Murakami.
Haar vage glimlach moest een magnetische kracht bezitten want opeens stond hij naast haar.
Al snel bewogen hun heupen in hetzelfde ritme en de gelukzaligheid droop van hun gezichten in de vorm van zweet.
Minutenlang waren zij urenlang alleen en pas toen de Cubaanse muzikanten een laatste akkoord speelden kwamen zij langzaam weer bij zinnen.