Vind blogstukjes van mij op onderwerp:

Elke zondag een persoonlijk weekoverzicht, elke dinsdag wat goed nieuws met een paar katten, elke woensdag een overweging en elke vrijdag een verhaaltje.

Mijn verhalenbundels zijn te koop via Bol.com én via Lulu.com!

Als u mijn stukjes de moeite waard vindt, kunt u een blogdonatie
verrichten. Elke bijdrage is welkom!

donderdag, oktober 01, 2009

Tijdstip (Een Vervolgverhaal)

Vanwege lichtelijk tijdgebrek in combinatie met slaaptekort hier weer een editie van het inmiddels beroemde vervolgverhaal. U kunt verder schrijven op het originele (waargebeurde! ) begin, of bijvoorbeeld verder gaan waar blog- collega Redstar is geëindigd...

Hier een bijzonder fraai einde, zoals bedacht door een goede vriendin én weblogster:

Hij baande zich een weg door de duidelijk zichtbare rookwolken en de niet al te grote mensenmassa. Op de voet gevolgd door een kameraad. Door een luik dat in eerste instantie niet als zodanig herkenbaar was verdwenen de twee in de muur.

Door een kijkgat op kruiphoogte volgde zij hun verrichtingen. Binnen enkele minuten opende de eerste man het luik van binnenuit en beende weg -rokers, praters en drinkers negerend- naar de belendende ruimte alwaar duidelijk hoorbaar door de klapdeuren heen een feest in volle gang was.

In de lichaamshouding van een dier dat op handen en knieën klaarzit om haar bijdrage te leveren aan het voortbestaan van de soort wist zij te melden dat de andere man nog immer in de kamer aan de andere kant van de muur stond te wachten, af en toe om zich heen kijkend.

Met de ongeduldig afwachtende houding van iemand die op de afgesproken plek staat maar plotseling onzeker is over het afgesproken tijdstip.
---
En dan nu het vervolg, zoals ingezonden door de schrijfster van dit weblog (En bovendien een uiterst charmante jongedame, maar dat terzijde)
---

Ik volg mijn collega door de inmiddels wat uitgedunde mensenmassa, door de klapdeuren naar de achterkant van het gebouw. Ik moet onderweg wat dronken rondstommelende mensen ontwijken, die mij aankijken met halfopen mond, alsof ze iets willen zeggen maar bij god niet weten wat. En wat valt er ook te zeggen? De avond was leuk, de show okee, maar nu is het klaar. Het is tijd om naar huis te gaan, de tent gaat dicht. Voor het publiek tenminste. Voor mij nog lang niet.

Tegen de muur leunt een meisje. Voor haar zit een jongen. Ze praten wat met elkaar. Ze zijn beiden aantrekkelijk en zich daarvan bewust. Zij heeft haar knieen opgetrokken. Hij zit in kleermakerszit. Mijn collega loopt op ze af en blijft naast het meisje staan. Ze doet of ze hem niet in de gaten heeft. Ik sta achter mijn collega en wacht af. “Sorry,” zegt hij tegen het meisje, en nogmaals omdat ze hem niet gelijk hoort. Verbaasd kijkt ze op. Mijn collega gebaart ongeduldig dat hij ergens bij wil. Het meisje kijkt om zich heen en schuift een eindje op. Haar wenkbrauwen schieten omhoog als mijn collega een niet eerder zichtbaar luik in de muur achter haar opent en er doorheen loopt. Ik volg hem. Ik kijk nog even naar de jongen. Die kijkt alsof hij elke dag mensen door verborgen luiken in muren ziet verdwijnen.

“Wacht hier,” zegt mijn collega. We staan in een schemerige ruimte. Om me heen vier muren. Mijn collega verdwijnt door een ander luik en laat mij alleen. Ik kijk wat om me heen. Het ruikt er naar sigarettenrook. Onder mijn voeten kraken kiezels. Ik leun tegen de muur tegenover het luik waardoor we naar binnen kwamen. Vanachter het luik klinkt gegiechel. Het luik beweegt heen en weer, alsof iemand er aan de andere kant stiekem een zetje met een vinger tegen heeft gegeven.
Mijn collega komt de ruimte weer binnen en beent naar het luik, rukt het open en roept: “Hou daarmee op! Hou op of ik laat je eruit gooien!” Er valt een stilte aan de andere kant van het luik. Ik zie het gezicht van het meisje voor me: verschrikte hertenogen in een bleek gezichtje. Ik vind haar mooi en schaam me voor het gedrag van mijn collega.

“Kom mee,” zegt hij zodra hij het luik weer dicht heeft gedaan. “De weg is vrij.”
Ik volg hem door het andere luik. “Waar gaan we heen?,” vraag ik.
“Naar de andere kant,” zegt hij.
“Om wat te doen?”
“We moeten afsluiten.”
“Oh ja,” zeg ik, alsof dat alles voor me verklaart.

De andere kant is ver weg. We lopen voor mijn gevoel uren. We passeren vele luiken en elke nieuwe ruimte die we betreden lijkt precies op de vorige. Ik kijk naar de rug van mijn collega. De rug is enigzins gebogen. Ik word moe maar durf het niet te zeggen.

Vandaag was mijn eerste dag in de club. De eerste paar uur stond ik in de garderobe, de tweede helft van de avond achter de bar. Aan het eind van de avond zou ik te horen krijgen of ik kan blijven. Ik vraag me af of ik dat voor of na het afsluiten te horen krijg. Ook dat durf ik niet aan mijn collega te vragen.

Ineens staan we buiten. Het is helemaal donker. En ijskoud. Ik kijk omhoog. De hemel is bezaaid met sterren. Verder valt er niets te zien. Ik voel de adem van mijn collega in mijn hals. Ik doe een stap achteruit. Ik voel zijn vingertoppen in mijn hals. Ze voelen aan als ijspegels. Ik wil iets zeggen, maar mijn keel zit op slot.
“We zijn er,” zegt hij. Hij is heel dichtbij.
“Is dit de andere kant?” Ik probeer niet te voelen hoe zijn vingers langs mijn hals glijden.
“Hier gaan we afsluiten,” zegt hij.

Ik blijf.

woensdag, september 30, 2009

Knaloranje netpanty

Mensen in de cel smijten voor het roepen van "sufferds" is minder gevaarlijk dan achter échte criminelen aanzitten.

Voor elke bon krijgt een agent -naar het schijnt- een punt en hij/zij moet minimaal zoveel punten per maand halen. Heb jaren geleden al aan de lokale commandant voorgesteld om bijv. een bon voor het fietsen met ontbrekende reflectorstrip op het rechterpedaal te laten tellen als één punt, het oppakken van Martijn Krabbé in de ochtendspits wegens het over de radio schreeuwen van "Goedemorgen Nederland!" zou bijvoorbeeld 200 punten waard kunnen zijn en de arrestatie van de boekbouder van Willem Holleeder levert de agent in kwestie én 1000 punten op én de rest van de maand vrijaf.

M'n verzoek werd met hoongelach begroet. Onbegrijpelijk. En dat terwijl Martijn Krabbé's gedrag levensgevaarlijk is; Stel, je zit nietsvermoedend op de snelweg, doet de radio aan onderweg naar je werk waarbij je geniet van een opbeurend muziekje. Opeens knalt de stem van een overjarige puber uit de speakers! Je kunt je zomaar letterlijk een ongeluk schrikken.

Dat deed ik ook toen ik hoorde wat m'n zoon voor z'n eerste proefwerk Latijn had van dit jaar: Een 9-. "Dat van die "min" valt mij tegen van je" wist ik nog gekscherend uit te brengen. Maar het lukte mij wederom (na zijn tien voor Frans) niet mijn trots te verhullen. Misschien moeten wij overwegen een andere school voor hem uit te zoeken want dat Gymnasium is toch een niveau'tje te makkelijk voor hem...;-)

Samen haalden wij mijn nieuwe matras op en thuisgekomen ververste ik nog even het aquariumwater van goudvissen Toos & Moos. Eerder op de dag waren al de keukenkastjes onder handen genomen, was de keukenvloer gezwabberd, de badkamer geschrobd, een stapel administratie doorgeworsteld en de woonkamer geveegd. Tsja, het moet er toch een beetje netjes uitzien wanneer er een klant langskomt. Ik had zowaar goed nieuws voor haar en na minder dan twee uurtjes vertrok zij tevreden naar huis. Maar niet voordat zij had kennisgemaakt met buurvrouw Winonah die onverwacht wat oude jurkjes kwam brengen. Toch wel leuk wanneer je buurvrouw zich niet afvraagt wanneer zij in de badkamer van haar buurman een -zelfs voor veel vrouwen- onorthodox kledingstuk ziet hangen: een knaloranje netpanty.

De link van vandaag is voor liefhebbers van bomen, ochtengloren en de combinatie daarvan.