Overal waar de koning kwam toonde men hem het respect dat hij verdiende.
Op verschillende manieren: de één nam zijn hoed af, de ander boog het hoofd maar het meeste werd er voor de koning gejuicht. Ziet u, hij was namelijk zeer geliefd! Eigenlijk vond hij het maar niets, al die loftuitingen en hij vond het vreselijk als men zich nederig opstelde. Hij vond namelijk dat iedereen gelijk was en het liefst zou hij zien dat elke burger in zijn land dat ook zou vinden. Maar hij wist dat dat een utopie was.
Hij maakte graag een rondje door de hoofdstad maar kon helaas niet elk plekje bereiken. Daar was zijn bakfiets eenvoudigweg te breed voor. Op die bakfiets was een troon bevestigd en vanaf daar wuifde, lachte en knikte de koning naar zijn onderdanen. Voortgestuwd door zijn trouwe lakei. Die in het geheim niet alleen zijn vader was maar stiekem zelfs de échte koning.
Maar op een dag was hij dood. Gewoon, zomaar.
Zo kwam het dat de koning tot aan het einde van zijn levensdagen op zijn troon zat. Op de bakfiets. Thuis in het paleis dat zijn vader speciaal voor hem helemaal met de hand had gebouwd.
Helemaal alleen en in alle stilte terwijl zijn onderdanen hun levens sleten in verwondering.
============
Opgedragen aan Wim Janssen, kunstenaar, prachtig mens en vader: http://www.rijksakademie.nl/NL/home/nieuws/wim-janssen-14-september-1954-28-december-2012
De bevinding komt later
2 uur geleden