Hij miste haar en gezien het aantal liefdesbrieven dat zij hem stuurde was dat gevoel wederzijds. Hij besloot haar op te zoeken ook al was zij ver weg. Het dorpje waar zij verbleef stond op geen enkele landkaart. Hij stuurde de auto dus maar in de richting van de plaats die het poststempel op haar zelfgemaakte enveloppen aangaf.
Zonder geld op zak voor een terugreis en zonder zich daarom te bekommeren kwam hij in de buurt van haar verblijf. Niemand die hij sprak had ooit van het plaatsje gehoord dat zij altijd als retouradres opgaf. De enkeling die het kon weten -de postbode- had een vrije dag in verband met een nationale feestdag die uitsluitend lokaal werd gevierd.
Uiteindelijk besloot hij haar een kaart te sturen vanaf het postkantoor vanwaar zij haar liefdesbrieven verstuurde. Daar zag hij een auto met Nederlandse kentekenplaat. In die auto zat een jongedame die hem meer dan licht verbaasd aankeek. Tot dan toe dacht hij dat het effect van de onderkaak die openviel tot op de borst uitsluitend in tekenfilms voorkwam. Ook hij verbaasde zich want zij leek toch wel verdacht veel op zijn geliefde.
Die nacht vochten het vuur in zijn hart en dat in zijn lendenen erom wie het heetst mocht zijn...