Als die Nazis die Kommunisten holten, habe ich geschwiegen;
ich war ja kein Kommunist.
Als sie die Sozialdemokraten einsperrten, habe ich geschwiegen;
ich war ja kein Sozialdemokrat.
Als sie die Gewerkschafter holten, habe ich nicht protestiert;
ich war ja kein Gewerkschafter.
Als sie die Juden holten, habe ich nicht protestiert;
ich war ja kein Jude.
Als sie mich holten,
gab es keinen mehr, der protestieren konnte.
Martin Niemöller
Met bovenstaand gedichtje, mij aangereikt door de immer charmante weblogster GerdaYD, wil ik u welkom heten op deze eerste Kerstdag. Ooit bedoeld als dag van contemplatie waarbij men elkaar herinnerde aan mensen die het minder goed hebben dan zijzelf. Inderdaad: ooit legden wij de wapenen neer en vergaten tijdelijk onze geschillen om elkaar te helpen herinneren hoe triviaal onze ruzies en problemen zijn ten opzichte van mensen die omkomen van de honger of het gebrek aan toegang tot iets simpels als schoon drinkwater. Wij herdachten hen die omkwamen van pure ellende door elkaar verhalen te vertellen en kindertehuizen en daklozencentra te voorzien van dekens, voedsel en speelgoed.
Maar de tijden zijn veranderd en nu lijkt het eerder zo te zijn dat wij een lange neus maken naar de armen op onze planeet. Wij lijken nu te vieren dat wij het zo goed hebben en zij zo slecht. En dat doen wij door elkaar te overladen met dure geschenken en alles in onze mond te proppen waarvan het eetbaar is en wij vermoeden dat het lekker zal smaken.
En met deze boodschap wens ik u fijne feestdagen!