Met twee sigaretten tussen de vingers van de linkerhand (eentje tussen ringvinger en pink en de ander tussen wijs- en middelvinger) overzag hij de situatie; In een hoek van de ruimte stond een tafelvoetbalspel waarop fanatiek werd gespeeld door vier jonge mensen. Een tiental mensen stond er omheen en was minstens zo fanatiek in het roepen van aanmoedigingen.
In een andere hoek stond een poolbiljart. Daarop werd gespeeld door een man die zwarte leren handschoenen droeg en een nette overjas die van zijn opa geweest had kunnen zijn. Zijn tegenspeelster was een dame die qua kapsel kon zijn weggelopen van een filmset waar een film werd opgenomen over het Amerika van vlak na de drooglegging, de tijd van de Charleston.
Hij zag hoe zij met een bloedserieus gezicht aanlegde, de keu snel tussen haar lange vingers liet glijden en de stootbal op een haar na miste. Alsof er niets was gebeurd legde zij opnieuw aan en raakte ditmaal wél de bal. Deze raakte een andere bal en via twee banden verdween de bal in de pocket die zij vantevoren had aangewezen.
Had haar opponent een sigaar tussen de lippen gehad, dan zou deze nu in slow motion richting grond vallen omdat zijn mond van verbazing was opengevallen.
'Yep', dacht hij bij zichzelf toen hij nog een slokje van zijn bier nam, 'dit is een fijn caféske'.
Een opgeruimd karakter
50 minuten geleden