De aap in de vensterbank keek wat meewarig toen de toerist zijn verhaal deed. Het leek wel alsof de fez van het beest nog schever dan anders op zijn hoofd zat. Op de achtergrond klonk muziek die niet zou misstaan op de soundtrack van een science-fiction film uit de jaren '50.
De Amerikaan -want dat was hij- stapte met een krat bier in de armen de kroeg binnen en vertelde dat hij op zoek was naar een straat waarvan hij de naam niet wist. Steeds als hij zijn queeste even niet meer zag zitten -zo vertelde hij met pretlichtjes in de ogen- nam hij een pijpje uit het krat, dronk het leeg en zag het leven weer zonnig in. Tot hem de moed opnieuw in de schoenen zonk.
Nadat hij zijn verhaal had gedaan aan de bardame zei hij vriendelijk goedendag en vertrok.
De volgende man die binnenkwam durfde het aan om met een knalgeel overhemd onder zijn pak rond te lopen, vroeg de bardame of zij een vriendin had die met hem naar het theater wilde en vertrok toen hij een negatief antwoord ontving.