Het was al donker toen hij aan het begin van de avond op de bushalte stond.
Hij had afgesproken met een vriend
en was van plan met hooguit de laatste bus van die avond weer naar huis te gaan.
Toen viel zijn blik op haar en hij wijzigde zijn plan.
Al was het dan niet bewust.
Er stopte een bus maar het was niet de zijne.
Zij stapte in, draaide vragend haar hoofd naar hem en hij volgde.
Zonder een woord te zeggen ging zij zitten en nam hij naast haar plaats.
Hun handen zochten en vonden contact.
Hun vingers speelden in elkaar verstrengelde geliefden t
erwijl zij doelbewust de ogen van elkaar af gericht hielden.
Te gevaarlijk.
Na een te korte eeuwigheid stopte de bus bij haar halte.
Zij stond op, liep naar de uitgang
en draaide toen pas haar gezicht weer in zijn richting.
Hij ving de blik in haar ogen met zijn hart
en zij fluisterde hem haar naam.
Geluidloos maakten zijn lippen de bewegingen
die horen bij het uitspreken van "Dat weet ik."
Tenslotte was dat zo want ook in zijn dromen
had zij zich al aan hem voorgesteld.