Zij passeerden elkaar op de gracht. Haar lippen waren van een soort rood dat Moeder Natuur nooit bedacht zou hebben.
Het strooien hoedje stond wat scheef op haar hoofd. Ook haar glimlach was scheef, een imperfectie die haar nog aantrekkelijker maakte.
Met haar oogopslag probeerde zij hem een boodschap te sturen.
Althans, in zijn gedachten.