Zij stond met haar fiets bij het stoplicht. Met één hand steunend tegen de zwart/wit-gestreepte verkeerspaal balanceerde zij met haar voeten op de pedalen, haar best doend niet de grond te raken. Hij zag het aan en dacht onwillekeurig aan de man die probeerde te vliegen door zich te laten vallen en te vergeten de grond te raken.
De twinkeling in haar ogen verried dat zij een geheimpje had dat zij nog niet bereid was met de wereld te delen. Het verkeerslicht sprong op groen. In een poging vanuit stilstand vooruit te komen verloor zij het zwarte ballerina-schoentje aan haar rechtervoet. Breed glimlachend wachtte zij aan de kant, steunend op haar fiets en met de ontblote rechtervoet geplaatst op haar linkerknie.
Toen het achteropkomend verkeer voorbij was geraasd pakte zij haar schoen op van de straat. Haar hand vond steun aan haar zadel terwijl zij haar voet weer bedekte. Terwijl zij haar bevallige achterwerk op het zadel liet glijden zag zij hem staan en schonk hem een knipoog met bijpassende glimlach.
Zich beter voelend dan een paar minuten daarvoor vervolgde hij zijn weg.