Een grote leunstoel stond schuin voor de vuurplaats. De kleur van de bekleding was vermoedelijk ooit donkerrood geweest. In de stoel zat een oude man die hem vroeg naderbij te komen. Toen hij dichtbij genoeg was om de adem van de man te ruiken ontdekte hij dat de man nauwelijks ouder was dan hijzelf.
Het waren de blik in zijn ogen en de droefheid in zijn stem die enkele decennia bovenop zijn leeftijd in jaren optelden.
De man bood hem niets te drinken aan. De tijd van beleefdheden lag reeds ver achter hen.
Nu zou hij het verhaal gaan horen en de man stelde hem niet teleur. Zo kwam hij erachter wie er nu werkelijk de macht in handen had.