Grote Beer was goed te zien, deze heldere winternacht.
Hij draaide zich om, wierp een blik door het raam van de balkondeur en zag haar liggen. En glimlachen.
Hij lachte terug, nam nog een laatste haal van zijn sigaret en liet de koude van de nacht achter zich. Een paar uur later viel hij uitgeput in slaap.
Hij was moe.
En zij ook.