De NaNoWriMo-uitdaging mag dan zijn afgelopen (zie mijn 'badge' ter rechterzijde van dit blog) maar het verhaal is nog niet af. Zit op zo'n 53.000 woorden en één van de hoofdfiguren wil niet aan mij kwijt hoe het verder gaat met dit eigenwijze karakter...Heel gemeen! ;-)
Korte inhoud van het voorafgaande. De wereld is een zooitje. Een paar kinderen vinden hun moeder. En raken haar weer kwijt.
Hierbij een passage uit de roman.
===
Haar man en kinderen praatten honderduit en leken niet meer te merken dat zij er ook was. Zij was buitengesloten. Eigenlijk haar hele leven al. Haar bestaan had altijd gedraaid om bezit maar het kostbaarste wat zij ooit had gehad was zij nu voorgoed kwijt. Zo voelde dat. En zo was het ook. Voor het eerst in haar leven nam zij een weloverwogen besluit. 'Jongens...' Ze luisterden niet. 'Jongens', zei ze nu wat harder. Ze hoorden haar niet. 'Jongens!' schreeuwde ze bijna. En haar ogen werden vochtig. 'Ik moet jullie iets vertellen.' Ze werden stil. Verstomden.
'Ik heb een besluit genomen. Ik ga jullie verlaten.' -'Ma!' 'Mama!' -'Schat, ik...' 'Nee, nu luisteren jullie even naar mij.' -'Maar lieverd...!' 'Nee, laat me uitpraten! Ik zie nu wat jullie hebben en ik kan daar niets aan bijdragen. Die band die jullie hebben is te sterk voor mij. Niets kan die breken. Jullie zijn beter af zonder mij. Geloof me. Ik hou zielsveel van jullie maar heb niets te bieden. Het is beter als jullie mij niet meer zien. In ieder geval voor een tijdje. Als het zover is vind ik jullie wel weer. Maar genegenheid of oprechte liefde kan ik jullie nu niet geven. Het is beter dat ik ga.' Ze waren stil. Ze bleven stil.
Zij pakte haar rugtas van de tafel en begon weg te lopen. Maar als één man stonden haar man en zonen op en klampten zich aan haar vast. 'Maar we houden van je! Ga niet weg!' -'Nee, mijn besluit staat vast. Ik ga.' Voor het eerst in haar leven voelde zij zich echt sterk. Voor het eerst in haar leven voelde zij zich oprecht geliefd. Voor het eerst in haar leven nam zij een volwassen besluit. 'Patrick,' en ze pakte hem bij zijn nog zo frêle schouders terwijl zij hem zoekend en strak in de ogen keek. 'Wil jij voor mama een paar flesjes water halen en een paar broodjes? Het liefst met kaas. Greg, help jij je broertje even?' Nu kon ze haar man even alleen spreken.
'Weet je zeker dat dit is wat je wilt, schat?' -'Ja. Ik heb mij nog nooit zo zeker gevoeld. Over wat dan ook. Dit is de beste beslissing die ik ooit heb gemaakt.' 'Als je dat zo voelt dan is dat ook maar het beste, denk ik. Er is niets waarmee ik je kan overhalen bij ons te blijven?' -'Nee, niets.' En haar hart verschrompelde van ellende. Dus zó voelde oprecht verdriet!
Haar man reikte van bovenaf onder zijn trui en uit de borstzak van zijn overhemd haalde hij zijn pakje sigaretten. 'Hier. Ik weet al een tijdje dat je graag rookt. Wist je dat?' Ze glimlachte verlegen terwijl ze het pakje aannam, het koesterde en de voorkant ervan streelde met haar duim. 'Zullen we er samen nog eentje roken?' De jongens vonden hun ouders naast elkaar zittend. De stoelen tegen elkaar aan. De vingers innig ineengestrengeld met tussen de vingers van de vrije hand elk een sigaret. Ze bliezen rook in elkaars gezicht en giechelden als kleine kinderen.
Patrick keek op naar z'n grote broer. Die maakte met z'n wijsvinger bij z'n hoofd het gebaar van 'Die zijn gek geworden!' en stopte berustend de gevraagde - in cellofaan verpakte - broodjes in z'n moeder's rugtas. Patrick keek even van z'n vader naar z'n moeder. Terug naar z'n vader. En weer naar z'n moeder. Toen volgde hij zijn broers voorbeeld maar dan met de flesjes water. 'Jongens.' Ze stond op, streek haar rok glad. 'Ik ga. Geef me'ns een knuffel.' Huilend stortten de jongens zich op hun moeder die haar armen wijd openspreidde en voor het eerst haar kinderen welkom heette in haar leven terwijl ze hen stevig tegen zich aan drukte. 'Ik moet nu echt gaan. Voordat het te moeilijk wordt. Zorg goed voor elkaar en voor jullie vader. Okee?' Haar zoons knikten maar wat. Hun kelen zaten dicht.
'Krijg ik van jou ook nog een knuffel?' En ze stak haar armen uit naar haar man. Die pakte teder haar handen, aaide haar vingertoppen met de zijne en gaf haar een voorzichtig kusje op het voorhoofd. En drukte nog snel even zijn lippen op de hare. Alsof hij haar smaak wilde behouden. 'Hier. Die zul je nog nodig hebben.' Ze ving het doosje lucifers behendig op met één hand en verbaasde zichzelf met die actie. 'Wauw! Deed ik dat? -'Zie je wel dat je helemaal niet zo nutteloos bent als je soms misschien wel denkt. Je kunt meer dan je denkt. Dat heb ik altijd al geweten. Nu jij zelf nog!' En hij gaf haar een schalkse knipoog.
Een uur later zat ze in de auto. In de straat voor de puinhopen van hun huis. Hun leven samen. De duisternis was ingetreden en ze haalde een sigaret uit het pakje van haar man. Haar lippen waren droog en het filter bleef op een pijnlijke manier aan haar onderlip vastzitten. Ze streek een lucifer af maar in plaats van haar sigaret daarmee aan te steken bleef ze maar in het vlammetje staren. Ze verbrandde het topje van haar vinger maar voelde niets. Achter het stuur viel ze in een droomloze slaap.
Geblaf maakte haar wakker en versuft keek zij door de voorruit naar buiten. Haar ogen half dichtgeknepen tegen het felle daglicht.
Elke dag (g)een lach.(2)😎
17 minuten geleden