Met zijn rechterhand verwijderde hij een denkbeeldig stofje van de linkerschouder van zijn colbert, onderdeel van een ensemble dat oud genoeg was om in sommige landen weer in de mode te zijn.
Hij kende de woorden waarmee hij haar wilde aanspreken maar was bang dat zij een onoirbaar voorstel niet op prijs zou stellen.
Nadat hij haar had verteld wat hem op het hart lag was zij stil. Zo stil als maanlicht.
Ook hij zei niets meer maar zijn gedachten maalden rond als een eenzame sok in een droogtrommel.
Hij wilde haar graag blijven zien maar durfde haar op dit moment niets te vragen, bang voor een antwoord dat hem niet zou bevallen.