De kroeg was zo oud als Methusalem en de eigenaar zo mogelijk nog ouder. Er werden hier flesjes bier verkocht die volgens officiƫle bronnen al jaren geleden uit de handel waren genomen.
Wie wodka bestelde moest genoegen nemen met een halfvolle fles uit de kelder waarvan eerst nog het stof werd afgeblazen.
De glazen voelden plakkerig en de asbakken waren overvol. Alles zat vastgeplakt aan de toog, inclusief enkele van de stamgasten.
Maar het was er gezellig. En dat was belangrijk.