De ruimte in zijn hoofd werd ingenomen door het getsjirp van de krekels langs de kant van de weg die hij te voet volgde.
Hij probeerde zijn gedachten te ordenen, te denken aan wat er die avond allemaal was voorgevallen. Het enige echter, dat het geluid van de krekels kon verdrijven waren beelden.
Beelden van een fuchsia baret met daaronder de meest indringende ogen die hij ooit had gezien. 'Zielsverwanten' had zij zichzelf en hem al snel genoemd. Ja, nu wist hij het weer!
Zij had alles wat zij tot dan toe in haar leven had opgebouwd en verzameld achter zich gelaten om voortaan de wereld over te zwerven als een vrij mens.
Ook hij voelde zich vrij, deze lome zomeravond. Vrij om te denken wat hij wilde, vrij om te dromen wat hij wilde maar bovenal vrij om te genieten van zijn pas herwonnen vrijheid.