vrijdag, juli 16, 2010

Hetzelfde (Een verhaaltje)

De twee mannen keken elkaar diep in de ogen. Zij veroerden zich niet maar de spanning was voelbaar. Een muziekje van Ennio Morricone eronder en het had een scène uit een spaghetti-western kunnen zijn.

Beiden wilden niet van wijken weten en speciaal voor hen stond de tijd stil, deze late avond.

Natuurlijk stond de tijd niet écht stil. Zo voelde het alleen maar.

Het ogenblik duurde zo lang als een ogenblik maar kan duren. Hier was duidelijk sprake van een pat-stelling.

Hoewel de een was omringd door vrienden en de ander in zijn eentje op de stoep stond wisten beiden dat zij niet konden toegeven. Uiteindelijk zou er een einde moeten komen aan deze situatie want er was geen sprake van dat die eeuwig kon voortduren.

Wie zou er als eerste iets zeggen of een beweging maken die een reactie bij de ander zou uitlokken? Niemand die het wist.

De een was onderweg naar huis na een gezellige avond; voor de ander bestond plezier maken uit het vergallen van dat van een ander.

Beiden stonden sterk in de schoenen.
Beiden hadden zichzelf ooit beloofd nooit te wijken voor een ander.
"Never give in. Never surrender".

De man met de vrienden had duidelijk wel eens gevochten, getuige het litteken op zijn rechterwang en het aan dezelfde kant afgescheurde oorlelletje. De man alleen had alle tijd om de ander te bestuderen, bekeek hem van top tot teen en bedacht wat voor iemand het moest zijn. Inderdaad niet een type dat je wilt tegenkomen in een donker steegje. Of waar dan ook.

De vrienden werden onrustig maar durfden zich niet te veroeren. Zover had de leider hen dus in zijn macht. Met die macht zou het afgelopen zijn als hij nu het verkeerde zou zeggen of doen.

Maar wat was nu de juiste handeling?

Hij kon op dit moment moeilijk nadenken en had sterk het idee dat iemand wat in zijn drankje had gedaan, eerder die avond. Vermoedelijk alcohol. Zijn hoofd bonkte zo hard dat hij het in zijn schoenen voelde en bij zichzelf dacht:"Dit is echt iets dat je maar een paar mensen toewenst."

Een deel van hem wilde zich omdraaien en wegrennen maar dat was niet het deel waar hij naar luisterde. In plaats daarvan stond hij als aan de grond genageld met alleen maar het primaire besef dat hij niet mocht wijken.

De man tegenover hem voelde hetzelfde.