vrijdag, februari 12, 2010

Water (Een verhaaltje)

Tijdens het bedrijven der liefde voerden zij elkaar aardbeien, koekjes en water. Veel water. De kans op uitdroging was reƫel en in die paar maanden dat zij samen waren vervoegde hij zich tot tweemaal toe bij een arts vanwege verschillende vormen van slijtage.

Slapen deden zij nog nauwelijks en eten deden zij -zoals gezegd- vooral "tijdens".

Er diende ook nog gewerkt te worden. Het voordeel was dat het een vrij rustige kantoorbaan betrof. De gekookte eieren in de kantine waren gelukkig goedkoop. De drie verdiepingen trappen lopen waren goed voor zijn conditie.

Op een of andere manier vond hij altijd weer voldoende energie om haar vrijwel direkt na thuiskomst te behagen.

Met zijn jas nog aan zette hij de door haar geschilde aardappelen op het vuur. Intussen zette zij vier verse glazen water op het tweedehands nachtkastje. Zij wist uit ervaring dat zij na het drinken van twee volle glazen niet de tijd zouden nemen die bij te vullen.

Ondertussen had hij zijn jas over de stoelleuning gelegd en zat op het voeteneind van de nooit-ingeklapte slaapbank zijn schoenen uit te trekken. Hij voelde haar hete adem in zijn nek. Letterlijk. Even later gevolgd door haar snijtanden.

Anderhalf uur later ging hij alleen maar even snel op en neer naar de keuken. Om het gas uit te draaien onder de inmiddels aangebrande aardappelen en een raam open te zetten tegen de ontstane zwarte walmen. En om de vier glazen water weer te vullen.

Hij wilde het toen nog niet toegeven maar hij was verslaafd. En niet aan water.