woensdag, augustus 17, 2005

Parijs

Parijs

Vriend Philip was mooi op tijd om ons op te halen vanaf het infameuze Gard du Nord.
Nadat hij ons op de hoogte bracht van wat nuttige weetjes vertrok
hij richting
regenachtiger oorden om ons achter te laten in het zonnige
Parijs. Op onze eerste dag
liepen de Ferman en zijn vader vanaf het tijdelijke
appartement richting Montmartre
waar wij ons andermaal vergaapten aan de
Sacr� Coeur om vervolgens ons te storten
op de cr�pes aan de voet van de
butte.

Tijdens het wandelen in de directe omgeving van ons logeeradres waren wij op de eerste
dag maar vier keer verdwaald!


Dag twee stond in het kader van een bezoek aan Hotel des Invalides met daarin de
Tombeau du Napoleon. Nog nooit was ik zo dichtbij deze dode staatsman. Kon toch
even kippevel niet onderdrukken toen mijn gedachten
afdwaalden naar de geschiedenis
achter het door gif welgeconcerveerde
lijk in mijn blikveld.

In het nabijgelegen oorlogsmuseum waren diverse attributen tentoongesteld uit door
Franse soldaten gevochten oorlogen. Zo was er ook een
buitgemaakte rode vlag met
zwarte Swastika te zien. Typisch dat er een
hoogblond Duits jongetje voor deze vlag
stond te lachten terwijl zijn
vader een foto van hem maakte. Even later zag ik dezelfde
vader lachend wijzen naar een vitrine waarin
een Jodenster lag. Op zich heb ik niets
tegen lachen maar dit beeld vond
ik toch wat wrang. Ach, sowieso hebben mensen
niets geleerd van gevoerde
oorlogen: nog steeds laten dagelijks mensen het leven tijdens
oorlogshandelingen...


De tweede dag eindigde met een lange wandeling op zoek naar een gestileerde letter "M".
Kleine tip: ook een metro-halte wordt aangegeven
met een gele m. Trap er niet in!

Dag drie stond in het teken van Versailles. Alleen al de tuin van het paleis van de Zonnekoning
(of is het tegenwoordig Zonnenkoning?) was
voldoende om ons uren te vermaken! De rit
erheen was al een avontuur op
zich en uiteindelijk hebben we de ruimte tussen de stations
Rive Droite en
Rive Gauche lopend afgelegd. Onze arme voetjes hebben hier heel wat te
verduren gehad maar het was absoluut de moeite waard!


De vierde dag was een rustige dag. Wat lopen betreft dan. De meeste afstanden werden per
metro overbrugd. Zo stonden wij op grote hoogte over de stad
uit te kijken: vanaf de ruim
200 meter hoge
Tour de Montparnasse heb je een magnifique uitzicht over de stad, alle kanten
op. Zo zag je in de verte
ook de Sacre Coeur. En wat we ook deden, of we nu met opzet
verdwaalden
("laten we dat straatje daar ingaan en kijken waar we terecht komen") of per
ongeluk ("volgens mij moeten we dat straatje in") almaar weer kwamen
wij bij deze
wereldberoemde witte kerk terecht. Bij de zoveelste keer dan
eindelijk maar'ns naar binnen
gegaan en een kaarsje gebrand voor hen die
mij ontvallen zijn in de loop van mijn leven tot nu
toe.
Verder hebben we een leuke foto van Ferdinand, liggend op een luchtrooster vrijwel op
de stoep van de
Moulin Rouge en kwamen we, omdat we met opzet een metro-halte te ver
doorreden, terecht op een alleraardigst marktje: le
march� de la Chapelle. Het einde van de
dag zag ons zitten op de trappen van het nutteloze en
belachelijk dure bouwwerk "Le Grande
Arche". Niet alleen Louis XIV had er
een handje van zijn volk honger te laten lijden terwijl hij
zelf bakken
vol geld besteedde aan prestige-objecten: ook Francois Mitterand kon dat goed...
Hier kocht de Ferman geheel en al volkomen zelfstandig batterijtjes voor zijn
meeneemradio.
Bijzonder knap vond ik dat.


De morgen van dag vijf voor het eerst deze vakantie met een jas aan naar buiten voor een
bezoek aan de grootste vlooienmarkt van Europa: die van Clignancourt.
Daar wonderwel
geslaagd voor een paar cadeautjes voor het thuisfront.
Vandaaruit namen wij de metro naar
de Place de la Bastille. Vooral nuttig
omdat m'n zoon erg is ge�nteresseerd in geschiedenis.
Na een uurtje rust
thuis waardoor wij mooi een fikse regenbui overleefden vertrokken wij
richting ons favoriete Parijse restaurant:
Le Refuge des Fondues in de Rue des Trois Freres.
Dat bleek helaas gesloten tot eind van de maand. Maar niet getreurd:
schuin aan de overkant
zit Restaurant la Poutre. Ook een bijzonder aardig
etablissement en bovendien met live muziek.
Weliswaar iets duurder dan het
huis van de fondue maar zeker niet minder smakelijk.
De zanger/gitarist
speelde voornamelijk weemoedige Franse chansons waardoor ik vooral
moest denken
aan dingen die hadden kunnen zijn. J'aime les femmes de Paris!

Het grootste deel van de zesde dag was voor het Quartier Latin waar het merendeel der
rondlopers inmiddels geen Latijn meer spreekt maar vrijwel
alleen nog maar Frans en Buitenlands.
Wij maakten ondermeer kennis met de
kerk ter nagedachtenis aan de heilige Thomas van Aquino
en een bouwwerk
gericht aan Sint Sulpice. Ook kwamen wij langs een Middeleeuwse tuin die
volgens de overlevering ooit deel uitmaakte van la Foret de la Licorne, oftewel het Bos van de
Eenhoorn. Ook was het ons (en vooral mij, geloof
ik) een genoegen een glaasje Pernod te
drinken op het terras van Cafe la
Flore. Ooit zaten verlichte geesten als Sartre, de Bauvoir,
Hemingway en
Camus hier inspiratie op te doen voor de dingen die hen een plaats in de
geschiedenisboeken zouden opleveren. Dus wie weet...Wij liepen een stukje
langs de Seine
terwijl uit de Notre Dame het Ave Maria weerklonk wat extra
cachet verleende aan ons uitstapje.
Wij sloten de dag af in stijl (en
bijna traditiegetrouw) met een bezoekje aan de Place du Tertre.
Daar wist
een meneer op kunstzinnige wijze Ferdinand's silhouet met uitsluitend de hulp van een
schaar in een stukje zwart papier te vangen. Jaren terug (ik
zal iets jonger zijn geweest dan m'n
zoon nu is) was mij iets soortgelijks
overkomen: ook van mij bestaat er een volkomen zwart
portret in silhouet.

Op de laatste dag nog even genoten van de ochtendzon op de trappen die leiden naar de
Sacre Coeur terwijl een harpist voor de begeleidende muziek zorgdroeg en wij de touristen
uitlachten die werden opgelicht met een lokale variant op het spelletje
"Balletje, balletje".
Nog even over de Butte gelopen en genoten van de atmosfeer. Nog even langs de beroemdste
rode molen ter wereld en nog even een kaasbroodje genuttigd.


Ferdinand had voor zichzelf een souvenir gescoord: een aquarel met daarop een voorstelling
van de kerk van het Heilig Hart. Het Gare du Nord was vanaf ons tijdelijk verblijf snel bereikt:
we hadden nog drie kwartier te sparen alvorens de Thalys ons huiswaarts vervoerde. In de trein
met de gebrekkige kennis van de Franse taal die ik bezit m'n zoon een verhaal voorgelezen
uit de Picsou. Oom Dagobert is in Frankrijk populairder dan zijn in Nederland beruchte neef.
Vriend Philip kwam ons des avonds uithoren over de afgelopen vakantieperiode en de Ferman
kon de slaap maar niet vatten, vol als hij zat van de opgedane indrukken.


Parijs is tof! En als je dan ook nog een Franse tourist in Versailles de weg naar het station kunt
wijzen en in een hamburgertent een Franse dame zich hardop afvraagt uit welk deel van Frankrijk
je komt omdat ze je accent niet herkend (Terwijl ik toch echt maar maximaal een woord of tien
redelijk accentloos kan uitspreken!) kun je de vakantie meer dan geslaagd noemen.
Als het aan
de Ferman en mij ligt..volgend jaar weer!


Hier kunt U overigens het verslag van ons vorige bezoek aan de lichtstad (her)lezen.