Vind blogstukjes van mij op onderwerp:

Elke zondag een persoonlijk weekoverzicht, elke dinsdag wat goed nieuws met een paar katten, elke woensdag een overweging en elke vrijdag een verhaaltje.

Mijn verhalenbundels zijn te koop via Bol.com én via Lulu.com!

Als u mijn stukjes de moeite waard vindt, kunt u een blogdonatie
verrichten. Elke bijdrage is welkom!

vrijdag, oktober 02, 2009

Gymnasium

Misschien had ik't laatst niet over natuurrampen moeten hebben. Nu zijn er 2 grote achter elkaar geweest met honderden doden op Samoa en mogelijk duizenden op Sumatra. Dat zet de zaken toch weer even in perspectief en laat ons nadenken waarover we toch eigenlijk klagen.

Zo zijn er mensen die klagen dat ze geen baan hebben en zijn er werkenden die klagen dat anderen geen baan hebben en "alleen maar" kinderen opvoeden en vrijwilligerswerk doen. Wat ook te denken van de barman die klaagt dat de stripper voor een optreden van twee maal vijf minuutjes hetzelfde bedrag ontvangt als hij die een hele avond staat bier te tappen?

De barman gaat voorbij aan het feit dat die stripper wekenlang een paar uur per dag heeft moeten repeteren voor die ene show en wellicht weken is bezig geweest om net dat ene kledingstuk op de kop te tikken; de man of vrouw met "officiële" baan vergeet dat het land economisch en sociaal gezien instort zonder mensen die voor kun kinderen (de latere pensioen-premiebetalers!) zorgen en/of vrijwilligerswerk doen.

Onlangs hoorde ik zelfs iemand klagen dat z'n favoriete tandpasta uit de handel is genomen en een ander klaagde erover dat de reparateur weigerde in het weekend langs te komen om de motor van zijn automatische zonwering te fixen; nu moest hij het ding twee dagen lang handmatig bedienen...Nu weet ik wel dat klein leed ook leed is maar af en toe bij jezelf stilstaan waarom je eigenlijk klaagt kan in mijn ogen weinig kwaad.

Daartegenover staat bijvoorbeeld een bijzonder levenslustige en intelligente klant van mij die verschrikkelijke dingen (zo lijkt het mij niet echt amusant als je moet toekijken hoe een of andere idioot je moeder's hoofd met een machete doorklieft, om maar iets te noemen) heeft meegemaakt in haar thuisland en hier gedwongen moet zitten luisteren naar een docent die (a 15.000 euro per jaar per leerling) haar en anderen het verschil in gebruik tussen "de" en "het" probeert duidelijk te maken in plaats van haar te leren hoe je je in de supermarkt redt. Bijvoorbeeld.

Als "nieuwe Nederlander" mag je niet zelf op zoek gaan naar een baan maar moet je je inschrijven bij het DWI en alles aan hen overlaten. Nou, ik was gisteren op de banenmiddag op uitnodiging van mijn WW-contactpersoon omdat de nadruk zou liggen op "Kunst en Cultuur". Bij het betreffende marktstalletje (een opklaptafeltje van 1 meter breed met zo'n duf rood/wit gestreept puntdakje erboven) lagen welgeteld twee stapels; één met folders met de titel "Werken in de mode" en de ander bleek een stapeltje sollicitatieformulieren voor één en dezelfde functie: die van coupeuze.

Daarnaast kon men zich inschrijven voor een workshop sollicitatiebrieven schrijven. Inmiddels heb ik dat in m'n leven ruim 150 keer gedaan en weet ik (uit ondervinding...) dat het niet bijster handig is om je entertainment-CV mee te sturen wanneer je solliciteert als Office Manager bij een advocatenbureau. Overigens kreeg ik toen wel een keurige reactie:"Gezien Uw achtergrond en werkervaring denken wij niet dat u zich in ons team thuis zult voelen". Aangezien zeker 1 op de 30 werkgevers totaal niet reageert op sollicitatiebrieven was ik maar wat blij met deze persoonlijk afwijzing! Raar toch, eigenlijk?

Verder waren er vertegenwoordigers van grote supermarkt- en drogisterijketens die mensen met lokmiddelen als lollies en pepermuntjes probeerden te verleiden een baan te accepteren als vakkenvuller.

Niets mis hoor, met dat beroep. Maar tussenkomst van het (van ons belastinggeld kunstmatig in stand gehouden instituut) DWI is heus niet nodig voor wie in die branche aan de slag wil. Volgens het DWI mag en kan ik mij ook niet inschrijven als acteur en/of entertainer, want dat zijn blijkbaar geen beroepen. Kabelsjouwer voor de lokale omroep is dan vreemd genoeg weer wél een eerbaar beroep. Een eigen bedrijf mag ik pas beginnen als de WW-looptijd is verstreken.

Docent is ook een eerbaar beroep, dat staat buiten kijf. Gisteravond zag ik weer een paar hele goede aan het werk, waaronder m'n zoon's klasse-mentor. Ik was daar met Superfer's officieuze mentor, buurman Vincent, om kennis te maken met de ouders van de jongelui uit zijn klas en om te horen wat wij als ouders dit jaar van school kunnen verwachten. Typisch genoeg kwam ik er een buurvrouw tegen, wiens dochter vanaf dit jaar op dezelfde school zit als m'n zoon: het Gymnasium.

De link van vandaag is voor hen die een baan zoeken in Nederland op niet-Nederlands taalgebied.

donderdag, oktober 01, 2009

Tijdstip (Een Vervolgverhaal)

Vanwege lichtelijk tijdgebrek in combinatie met slaaptekort hier weer een editie van het inmiddels beroemde vervolgverhaal. U kunt verder schrijven op het originele (waargebeurde! ) begin, of bijvoorbeeld verder gaan waar blog- collega Redstar is geëindigd...

Hier een bijzonder fraai einde, zoals bedacht door een goede vriendin én weblogster:

Hij baande zich een weg door de duidelijk zichtbare rookwolken en de niet al te grote mensenmassa. Op de voet gevolgd door een kameraad. Door een luik dat in eerste instantie niet als zodanig herkenbaar was verdwenen de twee in de muur.

Door een kijkgat op kruiphoogte volgde zij hun verrichtingen. Binnen enkele minuten opende de eerste man het luik van binnenuit en beende weg -rokers, praters en drinkers negerend- naar de belendende ruimte alwaar duidelijk hoorbaar door de klapdeuren heen een feest in volle gang was.

In de lichaamshouding van een dier dat op handen en knieën klaarzit om haar bijdrage te leveren aan het voortbestaan van de soort wist zij te melden dat de andere man nog immer in de kamer aan de andere kant van de muur stond te wachten, af en toe om zich heen kijkend.

Met de ongeduldig afwachtende houding van iemand die op de afgesproken plek staat maar plotseling onzeker is over het afgesproken tijdstip.
---
En dan nu het vervolg, zoals ingezonden door de schrijfster van dit weblog (En bovendien een uiterst charmante jongedame, maar dat terzijde)
---

Ik volg mijn collega door de inmiddels wat uitgedunde mensenmassa, door de klapdeuren naar de achterkant van het gebouw. Ik moet onderweg wat dronken rondstommelende mensen ontwijken, die mij aankijken met halfopen mond, alsof ze iets willen zeggen maar bij god niet weten wat. En wat valt er ook te zeggen? De avond was leuk, de show okee, maar nu is het klaar. Het is tijd om naar huis te gaan, de tent gaat dicht. Voor het publiek tenminste. Voor mij nog lang niet.

Tegen de muur leunt een meisje. Voor haar zit een jongen. Ze praten wat met elkaar. Ze zijn beiden aantrekkelijk en zich daarvan bewust. Zij heeft haar knieen opgetrokken. Hij zit in kleermakerszit. Mijn collega loopt op ze af en blijft naast het meisje staan. Ze doet of ze hem niet in de gaten heeft. Ik sta achter mijn collega en wacht af. “Sorry,” zegt hij tegen het meisje, en nogmaals omdat ze hem niet gelijk hoort. Verbaasd kijkt ze op. Mijn collega gebaart ongeduldig dat hij ergens bij wil. Het meisje kijkt om zich heen en schuift een eindje op. Haar wenkbrauwen schieten omhoog als mijn collega een niet eerder zichtbaar luik in de muur achter haar opent en er doorheen loopt. Ik volg hem. Ik kijk nog even naar de jongen. Die kijkt alsof hij elke dag mensen door verborgen luiken in muren ziet verdwijnen.

“Wacht hier,” zegt mijn collega. We staan in een schemerige ruimte. Om me heen vier muren. Mijn collega verdwijnt door een ander luik en laat mij alleen. Ik kijk wat om me heen. Het ruikt er naar sigarettenrook. Onder mijn voeten kraken kiezels. Ik leun tegen de muur tegenover het luik waardoor we naar binnen kwamen. Vanachter het luik klinkt gegiechel. Het luik beweegt heen en weer, alsof iemand er aan de andere kant stiekem een zetje met een vinger tegen heeft gegeven.
Mijn collega komt de ruimte weer binnen en beent naar het luik, rukt het open en roept: “Hou daarmee op! Hou op of ik laat je eruit gooien!” Er valt een stilte aan de andere kant van het luik. Ik zie het gezicht van het meisje voor me: verschrikte hertenogen in een bleek gezichtje. Ik vind haar mooi en schaam me voor het gedrag van mijn collega.

“Kom mee,” zegt hij zodra hij het luik weer dicht heeft gedaan. “De weg is vrij.”
Ik volg hem door het andere luik. “Waar gaan we heen?,” vraag ik.
“Naar de andere kant,” zegt hij.
“Om wat te doen?”
“We moeten afsluiten.”
“Oh ja,” zeg ik, alsof dat alles voor me verklaart.

De andere kant is ver weg. We lopen voor mijn gevoel uren. We passeren vele luiken en elke nieuwe ruimte die we betreden lijkt precies op de vorige. Ik kijk naar de rug van mijn collega. De rug is enigzins gebogen. Ik word moe maar durf het niet te zeggen.

Vandaag was mijn eerste dag in de club. De eerste paar uur stond ik in de garderobe, de tweede helft van de avond achter de bar. Aan het eind van de avond zou ik te horen krijgen of ik kan blijven. Ik vraag me af of ik dat voor of na het afsluiten te horen krijg. Ook dat durf ik niet aan mijn collega te vragen.

Ineens staan we buiten. Het is helemaal donker. En ijskoud. Ik kijk omhoog. De hemel is bezaaid met sterren. Verder valt er niets te zien. Ik voel de adem van mijn collega in mijn hals. Ik doe een stap achteruit. Ik voel zijn vingertoppen in mijn hals. Ze voelen aan als ijspegels. Ik wil iets zeggen, maar mijn keel zit op slot.
“We zijn er,” zegt hij. Hij is heel dichtbij.
“Is dit de andere kant?” Ik probeer niet te voelen hoe zijn vingers langs mijn hals glijden.
“Hier gaan we afsluiten,” zegt hij.

Ik blijf.